Baureihe 52Deze locomotief heeft een wat vreemde geschiedenis. Wat velen niet weten is dat deze locomotief al in 1924 in het DRG-programma op de kaart stond. Het aanbesteden werd echter uitgesteld tot 1934 en dat werd weer uitgesteld tot 1939. Uiteindelijk verliet op 12 september 1942 de eerste Baureihe 52 de fabriek van Borsig in Berlijn. Je zou verwachten dat als je van plan bent te gaan aanbesteden je dan ook weet van hoe en wat. Dan is het verbazend om te lezen dat er veel gekeken werd naar Baureihe 50 (1939) en dat op dat concept veel werd bespaard om zo te komen tot een Baureihe 52 met een snellere bouwtijd. En snel ging het. Met meer dan 10 fabrieken werd in drie jaar tijd meer locomotieven geproduceerd dan alle andere eenheidslocomotieven van de DRG bij elkaar.De Baureihe 52 was ontworpen om snel in elkaar gezet te kunnen worden. Dat ging niet overal even goed. Er zijn veel problemen geweest met de aslagers. Ook het frame werd na ongeveer 300 machines gewijzigd. In de Baureihe 50 zat voor 2.838kg aan koper en tin. In Baureihe 52 heeft men dat weten terug te brengen tot 150kg, zonder dat dit echt invloed had op de prestaties. Ondanks de goedkopere materialen en de snellere bouwwijze zat de locomotief goed in elkaar en was een betrouwbare machine.
Zowel Fleischmann als Minitrix hebben meerdere modellen in het programma. Een aantal modellen zijn alleen tweedehands te verkrijgen. De locomotief is een zgn oorlogslocomotief en ontwikkeld na de tijd van de DRG, desondanks dat heeft Fleischmann een DRG machine in grijze uitvoering. De volgende modellen zijn beschikbaar t/m epoche II (er kunnen bestelnummers ontbreken - opname 12-2018); Fleischmann; 7152 05(DRB) Minitrix; 12045, 12613 Op de modelbaan is het interessant om te weten wat de machines in het echt presteerden. Met wat rekenwerk kan dan een realistische sleep aan de locomotief worden gehangen.
Hoe nu de tabel te interpreteren? Daarvoor heb je de wagon gegevens nodig. Als je deze niet hebt kun je de volgende vuistregel aanhouden.
|