Baureihe 39

De trein werd als vervoermiddel steeds populairder en daardoor werden de treinen langer en langer. Het kwam nu regelmatig voor dat reizigerstreinen ook treingewichten lieten noteren van 550 tot 600t (60 assen). Daarbij waren snelheden van 75 km/u tot 80 km/u niet meer toereikend. In het middelgebergte had men al te maken met onrendabele voorspan locomotieven. De trouwe P8 (BR3810-40) kwam tekort en een sterkere locomotief was hard nodig.
Men speelde met het idee om de P8 (BR3810-40) te verlengen en een grotere ketel te gebruiken. Alleen een grotere ketel zou tot gevolg hebben dat het omgrenzingsprofiel zou worden overschreden. Het idee werd verlaten, maar vier gekoppelde assen waren noodzakelijk om het vereiste wrijvingsgewicht te halen en een aslast van 17t niet te overschrijden. Dit had tot gevolg dat men het idee kreeg om de XX HV (BR190) na te bouwen. De voor reizigerstreinen te grote wielen en de hoge kosten voor onderhoud gaven de doorslag om te kiezen voor de door Borsig ontworpen locomotief 1'D1' h3. Na de levering bleek de locomotief te zwaar en er ontstond veel schade aan het netwerk. De locomotief werd pas echt gebruikt na 1930 toen het rail netwerk was verzwaard en werd ingezet voor sneltreinen en reizigerstreinen.

Copyright mededeling Tekening van de BR39
  tekening van de Baureihe 390 series  



Technische specificaties van de Baureihe 390
Indienststelling 1922
Asindeling 1'D1'h3
Dienstgewicht 110,4t + 65,1t (afhankelijk van type tender)
Wrijvingsgewicht 75,7t
Middelste gekoppelde aslast 18,7t
Lengte 22,98 mtr
Snelheid max. 110 km/u V / 50 km/u A
Vermogen 1620 PSi
Tender pr2'2'T31,5 (later ook met pr2'2'T34)
Kolenvoorraad 7t (10t)
Watervoorraad 31,5 m³ (34 m³)


Fleischmann heeft alle versies van de BR39 in haar levering programma gehad. Tweedehands worden ze hier en daar nog wel gezien, het wordt echt zoeken.

De volgende modellen zijn beschikbaar t/m epoche II (er kunnen bestelnummers ontbreken - opname 12-2018);
Fleischmann; in de opsomming zijn ook de voormalige deelstaat-spoorwegmaatschappijen opgenomen.
93 7139(K.P.E.V.), 7812 04(K.P.E.V.),7812 84(K.P.E.V.), 7824(K.P.E.V.), 7827, 7894(K.P.E.V.), 7897, 7912, 85 7912, 88 7912

Op de modelbaan is het interessant om te weten wat de machines in het echt presteerden. Met wat rekenwerk kan dan een realistische sleep aan de locomotief worden gehangen.

Prestatieoverzicht van de Baureihe 390
km/u 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120
helling wagongewicht in t
0 0/00 -- -- -- -- 1900 1440 1090 800 590 400 --
5 0/00 1720 1350 1050 835 680 550 440 340 260 180 --
10 0/00 950 725 550 450 375 295 230 170 125 -- --
14 0/00 660 490 400 300 250 190 140 100 -- -- --
20 0/00 450 350 240 190 140 100 -- -- -- -- --
25 0/00 340 250 170 125 90 -- -- -- -- -- --


Hoe nu de tabel te interpreteren? Daarvoor heb je de wagon gegevens nodig. Als je deze niet hebt kun je de volgende vuistregel aanhouden.
  • 2-assige personenwagons, per as 10 ton
  • 4-assige personenwagons, per as 10 tot 12 ton (afhankelijk van type)
  • 6-assige personenwagons, per as 8 ton
  • Goederenwagons, per as 15 ton
Een goederentrein met een sleep van 20 2-assige wagons zal dus 40 assen tellen en treingewicht van 600t hebben. Een D-sneltrein met 6 personenrijtuigen waarvan 5 4-assige rijtuigen en 1 6-assig rijtuig zal ongeveer een treingewicht geven van 248t. Deze trein zou getrokken door een Baureihe 390 locomotief op een helling van 10 0/00 ongeveer 80km/u kunnen halen.