Goederenwagons

Het zijn de goederenwagons die het spoorbedrijf in het echt en dus ook in model zo gevarieerd en interessant maken. In de tijd van de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft waren er veel meer goederenwagons dan alle andere spoorvoertuigen bij elkaar. Ruwweg kon worden gesteld dat tegenover één treinstel er meer dan 25 goederenwagons staan en per rijtuig meer dan 10 goederenwagons. Het vrachtvervoer zorgde dus voor het merendeel van de inkomsten van de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft.
In de loop van de spoorwegontwikkelingen zijn er enorm veel verschillende goederenwagons ontwikkeld. Na de Eerste Wereldoorlog waren er ondanks enorme oorlogsverliezen nog altijd 824.234 goederenwagons in gebruik. Op basis van het verdrag van Versailles moest het Duitse Rijk 267.012 goederenwagons afstaan. De eerste taak van de nieuw opgerichte Reichsbahn was het samenvoegen van de overgebleven, meest uiteenlopende, goederenwagons uit de voormalige nationale- en deelstaat spoorwegen. Eind 1922 werd deze taak volbracht door de introductie van een systeem met generieke typen afdelingen.

De grote verschillen bij de goederenwagons gaven problemen in het gebruik en het onderhoud. Al voor de Eerste Wereldoorlog was een aanvang gemaakt met het standaardiseren van de constructie van goederenwagons. In 1909 heeft dat zijn beslag gehad door de oprichting van de Deutsche Staatsbahn-Wagenverband waartoe alle acht voormalige deelstaat-spoorwegmaatschappijen behoorden. Er werden elf universele type goederenwagons ontworpen die vanaf dat moment in grote aantallen door alle deelstaat-spoorwegmaatschappijen tot in de jaren twintig werden aangeschaft. Deze goederenwagons vervingen langzaam de oudere goederenwagons uit de deelstaat-spoorwegmaatschappijen, deze werden of afgedankt of toegewezen aan regionale lijntjes.

De technische ontwikkelingen bleven door de toenemende vraag doorgaan waardoor al snel verbeteringen werden doorgevoerd en nieuwe en modernere constructies werden ontwikkeld. Hierdoor werden in de jaren twintig alle bestaande goederenwagons voorzien van doorlopende remluchtleidingen. De vraag naar grotere transportcapaciteiten en hogere snelheden hebben in 1925 de ontwikkeling ingezet tot het bouwen van nieuwe typen goederenwagons. Langere goederenwagons geschikt voor meer belading of gesloten goederenwagons met een tonvormig dak. Ook werden goederenwagons ontwikkeld voor speciale taken zoals de koelwagons, goederenwagons voor transport op veerboten gebouwd conform het Engelse ruimteprofiel en groot volume goederenwagons. Ook is aan het einde van de jaren twintig de lastechniek geïntroduceerd. Dit had niet heel veel gevolgen voor de standaard goederenwagons, in plaats van klinknagels werd er nu gelast.

De ontwikkeling van koelwagons werd versneld door de steeds grotere vraag naar verse levensmiddelen uit het druk bevolkte binnenland. De nieuwe koelwagons werden uitgerust met nieuwe isolatiematerialen en of droogijs of koelinstallaties.
Zeer grote goederenwagens voor het vervoer van bulkgoederen was ook al een langer bestaande wens. Aan het begin van de jaren twintig werd deze wens technisch en economisch haalbaar. Binnen de groep grootvolume goederenwagons werden enkele typen zelflossers voor bulkmateriaal ontwikkeld waarvan het principe tot op de dag van vandaag nog is terug te vinden. Naast het enorme aantal universele goederenwagons had de Deutsche Reichsbahn ongeveer 1.100 speciale goederenwagons, waaronder diepladers en goederenwagons voor het vervoer van zeer grote en zware goederen. Van deze goederenwagons werden slechts enkele stuks tot zeer kleine series aangeschaft.

Op het Duitse spoornet reden ook een groot aantal private (bedrijfs) goederenwagons die waren ontworpen voor zeer speciale transporttaken. De belangrijkste groep goederenwagons waren die voor het transporteren van allerlei vloeistoffen. Daarbij bleef het niet, bedrijven kochten ook goederenwagons voor bulkgoederen, gesloten goederenwagons en koelwagons (bierwagons).

revisie 19072019