Leig-Eenheden

Leig staat voor lichte goederentreinen (leichten Güterzügen). Een in 1925 door de DRG uitgevoerd onderzoek naar de gemiddelde snelheid van lokale goederentreinen gaf aan dat deze slechts 10km/u tot 15km/u bedroeg. Met de opkomst van vrachtauto's is die gemeten snelheid veel te laag om enige concurrentie te kunnen bieden. Er werd voorgesteld om lichte goederentreinen te gebruiken voor uitsluitend stukgoederen. De verwerking van het aanbod en uitsorteren van de stukgoederen werden tijdens de rit in de trein uitgevoerd. Oorspronkelijk zou dit worden afgehandeld door motorwagens speciaal voor het vrachtvervoer. Maar dat duurde naar de mening van de directie van RBD Köln te lang. In 1928 kwamen zij op het idee om een Pwg met een Gl te koppelen. Van deze twee wagons waren er in de regio meer dan genoeg. De Pwg leverde de begeleider ruimte en de Gl de laadruimte. De wagons werden kort gekoppeld en tussen de twee wagons was een balg gehangen met een brede doorgang. En klaar was de "Leig-eenheid".

Copyright mededeling Tekening van de Leig eenheid Pwg + Gl Dresden
  tekening van de Leig eenheid Pwg + Gl Dresden  


In 1929 volgenden andere directies het idee van RBD Köln. Alleen nu werden er Leig-eenheden gevormd van materiaal wat toevallig lokaal beschikbaar was. Een Pruisische Pwg3 met een GL of een Pwg met twee Gl wagons. Daarna volgden er combinaties met een Gl voorzien van handrem, begeleidings afdeling, verwarming, verlichting en een toilet met een Gl zonder die voorzieningen en handrem. Zo ontstonden er Leig-eenheden "Oppelner Bauart" of "Breslauer Bauart". Van al deze Leig-eenheden zijn geen tekeningen gemaakt en ontbrak ook de uniforme belettering/markering (als modelbouwer kunnen we dus ons gang gaan...). Pas nadat bleek dat dit idee goed werkte kwam de RZA (Reichsbahnzentralamt) met voorstellen voor de nieuwbouw van Leig-eenheden. Echter door het ontbreken van financiële middelen verwierp de hoofddirectie van de DRG dit plan. De reeds samengestelde Leig-eenheden werden daarmee een permanente oplossing. De in 1930 geleverde motorwagens bleken in de praktijk niet te voldoen. Ze waren te langzaam, de motor had onvoldoende kracht en ze boden te weinig laadruimte. In 1931 kregen de Leig-eenheden de indeling Gll met Dresden, genummerd 11001 en verder, waarbij de gekoppelde wagons een opvolgend nummer kregen.

De Leig-eenheden werden niet opgenomen in andere treinen. Een trein met Leig-eenheden bestond uitsluitend uit Leig-eenheden en dan nog met niet meer dan twee eenheden. De langste trein met Leig-eenheden bestond dus uit maximaal 4 Gl wagons en een Pwg. (1x Pwg met 2x Gl's en 2x Gl's - 10 assen). Er waren echter maar vier combinaties met een Pwg en 2 Gl's. Van de Pwg3 met een Gl zijn maar 8 combinaties bekend. Veel gebruikte locomotieven voor deze combinaties waren BR38, BR56, BR57 en BR78. Later BR50 en de vroege E-series zoals E44.

Copyright mededeling Tekening van de Leig eenheid Gllh Dresden
  tekening van de Leig eenheid Gllh Dresden  



Technische specificaties van de Leig-eenheden
Aanduiding Pwg+ Gl, Gllh, Gllvwh08 / Gllh12 Gl, Gllh, Gllh12
Assen 2 + 2 2 + 2
Wagongewicht 23.600 28.700
Belading 4.000 + 15.000 kg 15.000 + 15.000 kg
Draagvermogen 4.200 + 17.500 kg 15.750 + 15.750 kg
Afmetingen zie tekening Pwg + Gl Dresden(maten in mm) zie tekening Gllh Dresden(maten in mm)
Snelheid (geldig vanaf 01-10-1928) max. 65 km/u max. 65 km/u


De volgende modellen zijn beschikbaar (er kunnen merken en bestelnummers ontbreken - opname 03-2019);
Fleischmann;
Combinatie Pwg + Gl; 2009 17K, 8305K
Combinatie Gl + Gl; 7810 81K, 8306K, 8306 05K

revisie 05042019