Baureihe 96

Deze locomotief is speciaal ontworpen om dienst te doen op lange steile hellingen met een stijgingspercentage van ongeveer 25 0/00. Er zijn in totaal 25 locomotieven gemaakt in twee series. Beiden zijn gebouwd door Maffei. De locomotief verving de te lichte machines die op dit soort trajecten te veel sleten waardoor die locomotieven vaak in onderhoud stonden. Dat was economisch niet zo voordelig. De Gt 2×4/4 is een locomotief van het type mallet. Door deze bouw kon de imposante machine evengoed nog door de aanwezige krappe bogen. De asdruk was bij de eerste 15 machines 15,4t, bij de tweede serie is dat door wijzigingen verhoogd naar 16,4t. De 25 mallets vervingen 81 machines, voornamelijk van het type BR53 en BR56! Daarbij was de BR96 ook nog eens sterker. Zo kon een trein met een gewicht van 1000t 35 minuten eerder op de bestemming worden gebracht. Op de steilste baanvakken werd de tijd in vergelijking gehalveerd.

Copyright mededeling Tekening van de BR96
  tekening van de Baureihe 96 2e serie  



Technische specificaties van de Baureihe 960
Indienststelling 1913 (Gt 88.15) / 1922 (Gt 88.16)
Asindeling D'Dh4v
Dienstgewicht 123,2t / 131,1t
Wrijvingsgewicht 123,2t / 131,1t
Middelste gekoppelde aslast 15,4t / 16,4t
Lengte 17,55 mtr / 17,70 mtr
Snelheid max. 50 km/u V / A
Vermogen 1470 PSi / 1630 PSi
Tender -- / --
Kolenvoorraad 4,0t (4,5t na ombouw) / 5,0t
Watervoorraad 11,0 m³ / 12,3 m³


Alle voor spoor N verkrijgbare Gt 2×4/4 locomotieven werden gemaakt door Arnold. Tweedehands is er nog wel aan te komen.
De volgende modellen zijn beschikbaar t/m epoche II (er kunnen bestelnummers ontbreken - opname 04-2018);
Arnold; in de opsomming zijn ook de voormalige deelstaat-spoorwegmaatschappijen opgenomen.
2256, 2257 (K.Bay.Sts.B.), 2264, 2265 (K.Bay.Sts.B.), 2275, 2276 (K.Bay.Sts.B.), 2277 (K.Bay.Sts.B.), 2278, 2282, 2288, 2289, HN 2016

Het model zit complex in elkaar en is moeilijk om te bouwen naar digitaal bedrijf. In analoog bedrijf is zonder speciale voorzieningen ook deze reus met kruipsnelheid over de baan te sturen dankzij een slimmigheidje van Arnold. Helaas zijn er veel ombouwbeschrijvingen naar digitaal bedrijf waarin stevig in het chassis wordt gehakt terwijl dat niet nodig is. Ook hier is wachten lonend omdat de digitale converters met de tijd steeds kleiner worden. Mijn uitdaging is om er ook nog geluid bij in te bouwen!

Op de modelbaan is het interessant om te weten wat de machines in het echt presteerden. Met wat rekenwerk kan dan een realistische sleep aan de locomotief worden gehangen.

Prestatieoverzicht van de Baureihe 960
km/u 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120
helling wagongewicht in t
0 0/00 -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
5 0/00 -- 1750 1240 880 -- -- -- -- -- -- --
10 0/00 1410 1000 710 500 -- -- -- -- -- -- --
14 0/00 1035 725 515 365 -- -- -- -- -- -- --
20 0/00 725 500 350 245 -- -- -- -- -- -- --
25 0/00 575 385 270 -- -- -- -- -- -- -- --


Hoe nu de tabel te interpreteren? Daarvoor heb je de wagon gegevens nodig. Als je deze niet hebt kun je de volgende vuistregel aanhouden.
  • 2-assige personenwagons, per as 10 ton
  • 4-assige personenwagons, per as 10 tot 12 ton (afhankelijk van type)
  • 6-assige personenwagons, per as 8 ton
  • Goederenwagons, per as 15 ton
Een goederentrein met een sleep van 20 2-assige wagons zal dus 40 assen tellen en treingewicht van 600t hebben. Een D-sneltrein met 6 personenrijtuigen waarvan 5 4-assige rijtuigen en 1 6-assig rijtuig zal ongeveer een treingewicht geven van 248t. Deze trein zou getrokken door een Baureihe 960 locomotief op een helling van 20 0/00 ongeveer 50km/u kunnen halen, de goederentrein met 600t treingewicht wordt op dezelfde helling met een snelheid van 25km/u naar boven gesleurd!